Nacht #15

Nacht #15

een zeearend en een hond
kropen uit een berg afval

de hellehond keek zwijgzaam toe
hoe ik gebroken vleugels
maakte voor de zeearend
die af en toe
perfect wit schuimende golven scheet
op mijn zeegroen tapijt

de hond liet zich genoegzaam kneden
hij schuurde tegen mijn scheenbeen
gelijk katten doen
net zo lang
tot hij scheef stond van genot

toen ik haar naam liet vallen
werden hun ogen groter
de hond kwispelde rusteloos met zijn staart
de arend begon schril te piepen

alles aan haar is vergroeiing
verbrokkeling
een uiteenvallen
met een hart vol vuur
waaraan vele mannen hun vingers warmen

en terwijl dit alles
aan deze kant van die hete kleine wereld speelt
stapelen twijfels en verdriet zich op
in een hart dat aan de andere wereldkant peinzend klopt
haar rechtschapen ogen roepen geluidloos
ik luister

wanneer de bel gaat
vliegt de arend op
scheert over een zeilboot
die midden een oceaan dobbert
vol angstige zielen

de hond verdwijnt lachend
in een gat in de aarde

ze komen vast en zeker terug
daar twijfelt niemand aan

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #14

Nacht 14#

vier ongeborenen
bricoleren met wat papier en plastiek
de uit haar lijf gevallenen

als je sterft
ga je naar de ongeborenen
fluistert mijn oude vriend uit Rome
me in het oor

twee moeders
beweren dat het hun kind is
hij legt het kind
in het midden van een cirkel
op de grond
het spartelt
de moeders staan buiten de cirkel
de ene kijkt naar het kind
de andere kijkt naar haar rivaal
hij pakt een zwaard
zij die naar het kind keek roept:
“het is haar kind”
hij geeft het kind
aan de moeder die riep

bij Brecht
is de Bijbel nooit veraf

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #13

Nacht #13

leegte na de schepping
scheppen uit leegte

woorden scheppen
die dansend verdwalen in je hoofd

wat spreekt?

het vangnet dat taal heet
spreekt mij
laat mij spreken

zo laat zich iets schrijven
na lange rijping

vruchten vallen
na de mest van het lezen
en de rotting van het denken

wanneer uit de as van de fantasie
een kleurrijke vogel zijn vlucht neemt

vooraleer hij opstijgt
wacht hij
op zijn tijd

een tijd die de leegte draagt
en schepping uitdaagt

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #12

Nacht #12

dat boek uit mijn jeugd over een land over zee
met tempels en goden
met namen als Xolotl en Xochipilli
Quetzal en Huitzlopochtli
het lijkt alsof dat land mij nog steeds bezighoudt
nu haar beroemdste koppel al maanden met mij flirt
nu zij mij vanuit haar schilderijen vol pijn en lust
voortdurend roept

alles aan de mens is een kreet om liefde

zoals het meisje
dat van de andere kant van de wereld
tot aan mijn voeten dwarrelde
om te huilen
om de vernedering
die haar achtervolgt

mensen dwarrelen als dode bladeren de wereld rond
tot ze ergens vermoeid neervallen
soms is er iemand die hen opraapt
op de palm van zijn hand legt
en naar hun hartslag luistert
hopend
dat het hart
aan het spreken slaat

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #11

Nacht #11

het spoor van de vleermuis achterna
verdwalend in een veld van nachtvlinders en motten
een kolibrie die nectar zoekt als verlossing

zij knipt haar lange zwarte haren af
haar kleine jongen kijkt toe
hij volgt een traan
die diep in haar hals verdwijnt
een rivier van jarenlange vernedering

zij verstoot haar zoon
en windt zich op over haar dochter
eeuwige wals in drie maten

aangespoeld uit een land
waar het bommen regent
zit hij opgesloten in een schelp van angst

een meisje nog
op en neer stuiterend van woede
zoals die brandweerman die de brand vervloekte
omdat de brand brandde
en daardoor de emmer water vergat die achter hem klaar stond

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #10

Nacht #10

ik kijk en zie de zotternijen van een wereld die steeds gekker lijkt

ze kennen elkaar niet
en gaan een weekend samen wonen
als het goed gaat
krijgen ze verlenging

(in het voetbal betekent een verlenging dat het niet zo goed gaat)

ze kennen elkaar niet
kleden elkaar uit
gaan naast elkaar in bed liggen
en voeren opdrachtjes uit

“de date begint waar hij normaal eindigt”
kwaakt de omroepster
(ik heb nog nooit een normale date gehad, vrees ik)

koppeling op safe is populair
het ikje blijft ongeschonden
als het niet lukt zal het wel aan de programmamakers liggen

de advertentiemolen draait op volle toeren
het leven in een spel-format

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #9

Nacht #9

klinken wolken als kristal?

de zon verscheen vannacht
zong een lied
zoog mij leeg en verdween

dorre rietstengels lachen naar mij
we zweven er langzaam voorbij

een cello is een tranendoos
in haar buik verbergt ze een roos

we verdwalen in een doolhof van glas
een koloniaal speeltje valt uit de lucht
het piept in z’n plastiek harnas

niemand zit te wachten op de zucht van een leeuw
alles verdwijnt in stilte
in een geeuw sterft een eeuw

klinken sneeuwvlokken als kristal?

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #8

Nacht #8

witte stilte
laat haar gewicht
zacht
op ons leven vallen

takjes buigen door
schoenen kraken in een witte vacht
geluid dempt
groene sprieten spiesen zich door een wattendeken

witte lijnen verdwijnen
wit op wit
omgekeerd Malevitsj gedicht

witte kokos op een gele cake
slagroom laag in een schwarzwälder kirchtorte

witte stilte
een pagina wachtend op woorden

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #7

Nacht #7

een donker mondgat
waar zich een tong uitwringt
pijnlijke verlossing van een kwelling

op het dak van een kunstenaar
liggen woorden wiens letters vonken
en passioneel nieuwe woorden vormen
in een donkere zomernacht
waar drie sterren stil staan

één
onder een toren in Parijs
één
in een gelijnd schriftje
één
op een notenbalk van Ravel

Italiaanse wolken geuren
voor een drietal
terwijl twee clowns zich verslikken in een laken
en een kroon van verhalen
dagelijks in onze geest woelen

[Alain Pringels, 2017]

Nacht #6

twee sneeuwelfen dwarrelen in mijn bloempot
evenveel fluo-mannetjes grijpen zich vast aan vuilnis en zweven weg
zacht laverend tussen de vlokken

wanneer beslist iemand dat een ‘c’ een ‘k’ wordt
voor altijd?
of tot een andere letterman iets anders beslist?

een radeloze egelmoeder
hangt met haar dunne mollige pootjes aan de lijn
en kwekt over cijfers

in mijn handpalm komt het ijs tot huilen
tranen vormen letters die zich spiegelen
in gouden woorden
‘ijsbeer’

en aan de overkant van het grote water
proberen lilliputters
de gouden toren van een machtig ego te breken
terwijl een onzichtbaar wezentje
de wereld hoestend en kwetsbaar achterlaat

dun ijs is het leven
vol natte sneeuw

[Alain Pringels, 2021]