Nacht #5

sommige dagen glijden door je vingers
een wolk vol uren en zweren

het regent manden vol geld
in handen die het niet nodig hebben
de regenmakers schrijven regels
ondoordringbare doolhoven
je botst er tegen woorden en letters
die dromen onmogelijk maken
ik lees ze niet
hij wel
zodoende luister ik en stopt het dromen

hoor ik nu muziek?
een regenboog onder een regenscherm
met een tenorstem

ik reis naar een doos vol verloren tijden
een stapel oude kranten gelijk
waarin ik mezelf terugzie
klein en groot geworden

haar huis brokkelt af
haar grijze haren achterna
elk kijken verdwijnt in een mist van vergeten
deze dag telt voor één jaar

haar dagen glijden voorbij
een wolk vol spiegels
waarin haar jaren zich spiegelen

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #4

Nacht #4
mijn aangezicht voelt als een masker van stro en hout
een elf beschilderde mijn lippen
door twee spleetjes zie ik

een jongeman met chemische vingers
die olie tovert uit planten
en weigert in een schelp te werken

een blond meisje met melige vingers
opgejaagd door een oude baarmoeder
en verstrikt in de veters van haar zussen

ik zie haar zwaaien naar haar vader
achter coronaglas
hij herkent haar niet meer
ze zakt tollend in een deegmachine vol verdriet

een man boordevol boze letters
die zachtheid zoekt en boeken zaait

een tot poeder gemalen man
verpulverd door een administratie woestijn
zijn muziek ligt begraven in zand

weet ik wel wat ik zie?
ik gooi mijn beschilderd aangezicht weg
en geef het aan een museum
ik knip het van mijn huid
dankzij één achtste regenboog

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #3

Nacht #3

sommige dingen zijn elektrisch geladen
alsof er elk moment onweer uit de lucht kan vallen als sneeuw
en lava die uit de schoorsteen rolt

deadlines zijn dodelijke elektriciteitscabines
waar je een boksmatch levert
tegen binair reagerende machines
die je buiten adem in een berg papier achterlaten
een dwangbuis zonder zelfbesef

als dan eindelijk de chaos gaat liggen
langzaam
als een uitgeraasde storm
ontdooien mijn ijslippen tot glimlach
en vang ik kusjes met een wang
waarin ik slaap vang

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #2

Onrustige dromen plooien zich in de nacht
Wikkelen zich in mijn vacht
En huilen mij uit mijn slaap

Ik wroet me door woorden in drie talen
Letters als lange mollengangen die ik omploeg
Met beelden van zuchtende gezichten
Korrelig
Kleurrijk
Krakend als droge eikenbladeren

Ondertussen schildert zij knotsgekke collages
Mijn vader kijkt vanuit het niets ongeweten toe
De zoon brengt muziek in lange haren verpakt
En helpt met het zacht geklik

Uit gouden dreadlocks vallen duizend frieten
Ik bricoleer beelden bij elkaar
Als een geheugenmachine die trilt en beeft

Nervositeit hangt als een mist in mijn huid
Zij ziet het en smelt het weg

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #1

slaap sleepte zich
als een slak
door de ochten
jazz tikte het ontbijt weg
iemand schoot een hagelschot chocolade in het brood
ik jaag driftig
achter video’s aan
gekleurde
de uit de lucht gevallenen
lezen geen brieven
knutselen aan wat voorbij is
in blauwe pagina’s kleven wat niet tastbaar is
een fotoboek van licht
ik jaag driftig
stofpoezen uit mijn huis
de groene winterboom
wil niet naar buiten
een vriendin verloor haar jongere broer
vier kinderen vaderloos
hoe troost je iemand?
tonen dat je er bent
ik zie vochtige ogen boven een mondmasker
samenwerken is een ethiek
die ontroert en blij maakt

 

[Alain Pringels, 2021]